Column Frankrijk: De politie is je beste kameraad
Lennard Maas was tijdens zijn werkzame leven internationaal marketing adviseur. Zijn vrije tijd bracht hij in Frankrijk door. Eenmaal gestopt met werken besloot hij zijn opgebouwde ervaringen te gaan delen. Er kwam een website met de toepasselijke naam: “mijn tweede leven”. Lennard is op dit moment een van de belangrijkste Nederlandse adviseurs voor mensen die zich in Frankrijk willen vestigen en zijn website is misschien wel de mooiste Nederlandstalige encyclopedie over Frankrijk. www.ma-deuxieme-vie.com.
We waren sinds een paar maanden eigenaar van onze Franse woning in La Manche. Het huis was, na veel werk en klussen op onze manier aangepast. Toen we het kochten waren alle muren en plafonds bezet met schrootjes. Ik vind hout mooi, maar ongelakte schrootjes tegen muren geplakt vind ik een gruwel. Het gaf me het gevoel als zitten in een transportkist. We besloten daarom al die latjes van de muren en het plafond te slopen. Een drama kondigde zich aan. Achter de houten wanden troffen we ruw metselwerk aan. Dat betekende dat we alle muren moesten gaan stuken. Maar dat was van later zorg. Eerst moesten we van ongeveer 4 kub hout af zien te geraken.
Mijn ervaringen in Eindhoven waren niet al te best. Toen we jaren geleden ons huis daar betrokken bleek de tuin ongeveer 53 jaar achterstallig onderhoud te hebben. We hadden daar alle overbodige heesters, bramen en delen van een dooie berk op een hoop gegooid en er de fik ingejaagd. Nog geen kwartier later kwam de brandweer, vergezeld van de politie onze straat ingejaagd, begeleid door het geluid van loeiende sirenes en een ambulance. Naar wat bleek, mag je in Nederland geen tuinafval in je eigen tuin verbranden. De boete die ik daarop kreeg was niet gering. Somber kijkend naar de hoop hout in onze tuin, dacht ik terug aan die boete. ´s Lands wijs ´s lands eer stond ik te bedenken, maar echt op de hoogte van ´s lands wijs was ik niet. Wel had ik hier en daar, rondrijdend door het prachtige land, boeren op hun grond en op hun erven vuurtjes zien stoken. Maar ik, in mijn eigen tuintje? We hakten de knoop door. Van de latten bouwden we een soort van wigwam. Onze buuf sprak ons aan en vroeg of we het hout gingen verbranden. Toen ik daar bevestigend op antwoordde, vroeg ze of ik twee oude deuren van haar ook aan de vlammen wilde offeren. Ze stonden zo in de weg. Aangezien ons besluit vast stond, kon dit er nog wel bij. De stellage werd besprenkeld met benzine uit het reservekannetje dat ik altijd in de auto heb en binnen een halve minuut schoten de vlammen zeker 30 meter de hoogte in. Het schouwspel en de hitte waren letterlijk adembenemend.
Wij trokken ons terug in onze tuinmeubels op ongeveer 30 meter van de brandstapel om het inferno te overschouwen. Nauwelijks gezeten stopte er een autootje van de plaatselijke gendarmerie voor ons tuinhek. Jawel, een Renaultje van het eerste uur. Een wrak, en dat in gebruik waren bij de Franse overheid.
Twee redelijk gezette mannen van middelbare leeftijd stapten uit en maakten ons hek open. Ik hield mijn hart vast en, los van het zweet van de vlammenzee, kwam er extra zweet bij. “De pineut”, was de eerste gedachte die bij me opkwam. Zij stapten op ons af en stelden zich keurig voor. André en François, het complete politiecorps van onze gemeente. Of wij de nieuwe bewoners waren van het pand. We beantwoorden die vraag bevestigend, waarop zij aangaven even kennis te komen maken. Met een achteloze, zijdelingse blik keken ze naar de brandstapel. Al snel zaten we gezellig aan de koffie, die omstreeks twaalf uur vervangen werd door cider en kaas met baguette. Toen zij rond half drie, enigszins wankelend, vertrokken, na het nuttigen van zes flessen cider waren we van bijna alle dorpsgeheimen en roddels op de hoogte en werd het tijd voor een voorlopig afscheid. Tijdens het handen schudden vroeg ik hen of ze kleinkinderen hadden. André bleek over drie blagen te beschikken en François was met twee iets bescheidener. Ik trok mijn beurs en stelde hen elk vijf euro voor de spaarpotten van de kleinkinderen ter hand.
Zeven weken later, na een heen- en weer reis naar Nederland stopten we voor ons tuinhek. Achter ons stopten André en François. Met een ernstig gezicht spraken ze ons aan. Als we een volgende keer weer naar Nederland terug gingen, of we dan maar de sleutels van ons huis af wilden geven op het politiebureau. We waren namelijk bij ons laatste vertrek vergeten om de tuindeuren aan de achterzijde van ons huisje te sluiten. Ze hadden ze wel dicht gemaakt, maar afsluiten zou toch veiliger zijn. We werden vrienden voor het leven.
André en François zijn nu met pensioen, maar ze sloten de deuren van het politiebureau niet, voor zij aan hun opvolgers hadden uitgelegd wie we waren, wat we deden en recht hadden op een behandeling met de nodige egards.
Franse politie vervelend? André maait ons gras tijdens onze afwezigheid. François is mijn fietsmaat. Juist, de politie is je beste kameraad!
Lees alle columns op onze Blog-pagina of ga direct naar de Frankrijk-Blog
Column door Lennard Maas
Voor Eduard Strang Verhuizingen | Den Bosch