Column Italië: Verhuizen zonder stress
Deze column is geschreven door Geert van Leeuwen (castelrinaldi@gmail.com). Reisgidsschrijver,
Italiëkenner en jarenlang redacteur van de ANWB-reisgidsen. Hij werkt tegenwoordig zelfstandig als
schrijver, vertaler en redacteur.
Begin september. We zijn terug in Umbrië om te kijken naar de vorderingen van ons huis in aanbouw. Rondlopend op de bouw is onze conclusie: hier moet nog veel gebeuren. En tijdens ons gesprek met Andrea, de architect, wordt wel duidelijk dat hij er zijn hand niet voor in het vuur durft te steken dat onze casa op 1 november bewoonbaar zal zijn. Om het risico uit te sluiten dat de verhuiswagen met onze inboedel eind oktober bij een nog onbewoonbaar huis arriveert besluiten we op zoek te gaan naar iets om tijdelijk te huren. De zoektocht begint op bekend terrein, het piepkleine dorpje vlak bij de bouw. Daar heeft Santina, die altijd trouw op ons vorige huis heeft gepast, iets op het oog: een appartementje in de enkele jaren geleden fraai gerestaureerde rocca. We lopen erheen en Santina vraagt een vrouw die we buiten treffen of we binnen mogen kijken. De vrouw blijkt echter nauwelijks Italiaans te verstaan of te spreken, het is de kersvers uit Bulgarije ingevlogen badante (verzorgster) van de 95-jarige man die een appartement op de benedenverdieping bewoont. Voor het huurappartement moeten we contact opnemen met zijn dochter. Santina belt en spreekt af dat er iemand komt met de sleutel. Maar het is etenstijd en daarom gaat het nog wel een uurtje duren.
Anderhalf uur later toetert er een auto en daar stappen een man en een vrouw uit. De vrouw is klein en praat hard; ze denkt waarschijnlijk dat wij slecht Italiaans verstaan en dat hard praten helpt. De man ruikt naar drank en praat al even luid. Ze gaan ons voor en via de hal van het gebouw en een trap bereiken we de voordeur van het leegstaande appartement. ‘Er is wel iets mee aan de hand’, had Santina gezegd, ‘er is geen aanrecht.’ Mmmmm. Dat laatste blijkt een understatement. Het appartement is kaler dan kaal. Er staan welgeteld één wankel tafeltje en in de slaapkamer een oud bed. Verder: niets dat op een keuken lijkt, bijna nergens licht en het is overal vies. ‘Zo, dat is het dan’, schreeuwt de man me toe. ‘Ik zal mijn commercialista (boekhouder) morgen een huurcontract laten opstellen dan kunt u dat meteen ondertekenen.’ Huh? Mijn vrouw kijkt bedenkelijk en dat ziet het Italiaanse vrouwtje. ‘Ma che manca!?, wat ontbreekt er dan aan?’, krijst ze. Tja, als we dat moeten gaan opsommen. We nemen afscheid met de belofte dat ik nog zal bellen. ’s Avonds vinden we op internet een makelaar in Todi die ook verhuurt. De website ziet er gelikt uit en de appartementjes die erop staan ook. Daar gaan we morgen naartoe.