Column Italië: La vita è bella, maar niet altijd
Deze column is geschreven door Geert van Leeuwen (castelrinaldi@gmail.com). Reisgidsschrijver, Italiëkenner en jarenlang redacteur van de ANWB-reisgidsen. Hij werkt tegenwoordig zelfstandig als schrijver, vertaler en redacteur.
De eerste nacht in ons huurappartement in Umbrië. Onrustig slapen, wakker schrikken en niet onmiddellijk weten waar je bent. Blij als het ‘s ochtends licht wordt en je kunt opstaan. De luiken in de woonkamer open en binnen stroomt overvloedig zonlicht. Het wordt een prachtige dag. En het uitzicht vanuit dit venster is werkelijk fenomenaal. Groene, beboste heuvels met verspreid staande huizen tegen de machtige achtergrond van de Monti Martani, een langerekte heuvelrug waarvan de met antennes gekroonde top van de Monte Martano bijna 1100 m boven de zeespiegel ligt.
Die maandagochtend begon ons nieuwe leven in Italië. Met sindsdien hoogte- en dieptepunten. Om maar met de laatste te beginnen. Denken dat je als EU-ingezetene gemakkelijk naar een andere EU-lidstaat kunt verhuizen (er was toch zoiets als vrije vestiging) is een sprookje. Inschrijven als ingezetene hier in Italië, het regelen van een ziektekostenverzekering, naar het belastingkantoor voor een verklaring van fiscaal ingezetenenschap (zodat je niet én in Nederland én in Italië belasting betaalt) kost ons vele ochtenden, maar goed, we krijgen het uiteindelijk voor elkaar.
Gelukkig staan daar leuke dingen tegenover. Goed werkend internet en een Italiaanse mobiel zijn binnen 24 uur geregeld. En de eerste twee weken (eind oktober, begin november) is het nog genieten van heerlijk nazomerweer. We rijden op een gegeven moment langs een, weliswaar in de zon hangende, buitenthermometer die maar liefst 26 graden aangeeft. En in dit prachtige weer besluiten we halverwege de tweede week onze olijven te gaan plukken. Ik bel Santina (zie mijn eerste column) om twee canestrelli (mandjes) te lenen en we gaan. Het is onze eerste keer, we gaan het gewoon proberen. Een vriendin heeft het voorgedaan. Je moet met je handen de olijven van de tak rissen, zoals rode bessen van het steeltje. We hangen de mandjes om, trekken tuinhandschoenen aan en beginnen. En het gaat goed. Als het meezit vallen de olijven zo in het mandje en ieder keer als dat vol is legen we het in een zak. Helemaal geen slecht werk, dat olijven plukken. Het is gewoon blik op oneindig en goed opletten of je de boom helemaal leegplukt. De boompjes zijn nog jong, maar er komt toch ruim 50 kilo af. We doen ze uiteindelijk in twee plastic manden en dan is het op naar de frantoio (olijfmolen), waar onze 50 kilo goed blijkt voor 6,5 liter van de allerbeste olijfolie. ‘s Avonds, bij bruschette met onze eerste eigen olie en een glas wijn is er maar één conclusie mogelijk: la vita è bella.
Lees alle columns op onze Blog-pagina of ga direct naar de Italië-Blog